Wij gingen voor dit onderwerp naar het cultuurhuis in Krimpen aan de Lek, waar ze ons uitleg gaven over de kleding van vroeger en hoe die is ontstaan.

Vroeger hadden ze natuurlijk nog geen naaimachines om kleding te maken. Maar daar hadden ze wel wat op bedacht: ze schoten gewoon de dieren neer voor hun vel. aangezien ze nog geen stoffen hadden, was dat de beste oplossing voor hun.
Ze schoten het dier dood en gebruikte hun vacht om kleding van te maken. De vacht kant droegen ze naar binnen want dat was het warmst. Want als het ging regenen, dan werd de vacht nat als je die aan de buitenkant droeg en dan ging het plakken en dan gaf je kleding geen warmte meer.

Daarna kwam het tijdperk: wijde zakachtige kleding, grote wijde kleding waar een gat in zat voor hun hoofd, daar kon je je hoofd door heen steken, en dan had je een soort van riem van leer om het een beetje bij elkaar te houden.

Daarna kwam Karel de Groote. Hij speelde een grote rol in de mode die tijd, de kleding die hij droeg vonden mensen fantastisch.

Toen kwam de tijd van nauwe kleden rijgjes met losse mouwkappen. Ze vonden het handig bij nat of vies werk en bij warme dagen.

Toen kwamen de middeleeuwen. de kleding die gewone mensen droegen. lange kleding die ze voor alles gebruikten vooral de vrouwen, mannen bonden de stoffen als een broek om hun benen heen. Want voor de mannen was het niet prettig om in lange gewaden te werken. De kleding was heel basic, heel makkelijk en voor alles draagbaar. ze gebruikten: wollen, linnen, stoffen en strakke snit.
en wisten jullie dat de strings die vrouwen nu dragen, daar zijn uitgevonden. En niet de vrouwen maar de mannen droegen deze strings.

Daarna gingen de mensen kleding maken wat handig was voor hun beroepen. Zodat je niet in lange rokken zat maar comfortabele kleding had.

En dan hebben we ook nog de ridders, die hadden natuurlijk ook kleding aan, en ook daar zag je het verschil tussen arm en rijk. Arme ridders hadden een wollen of leren warmbuis en rijke ridders hadden bescherming van mouwen/schouders/borst. (het totale gewicht op hun schouders was 15 kg!

En toen kwamen de schoenen! Nou ja schoenen? het waren klompen in alle soorten en maten, ze hadden zelfs klompen met hakken gemaakt speciaal voor vrouwen.

En toen kwamen er `echte` schoenen. lange puntschoenen, hoe langer de punt hoe rijker je bent. en dan kon je natuurlijk niet door de modder lopen met je mooie duren schoenen. Daar bedachten ze wat op: houten zolen onder de schoen zodat je schoenen niet vies werden. 

In de late middeleeuwen waren ze heel zuinig met kleding. Ze droegen kleding net zo lang tot het versleten was, als er een gat in zat maakten ze dat gewoon, want geld voor nieuwe kleding hadden ze niet.\

Het renaissance kwam daarna, het tijdperk dat alles weer ontdekt werd. Een grote inspiratie bron waren de Grieken en Romeinen. Er kwam Kleurrijke kleding, borsten werden platgedrukt, het lichaam werd geaccentueerd en er kwamen nauwe mouwen. Er was een nieuw tijdperk aangebroken.

In die zelfde tijd was het hof een belangrijk mode-voorbeeld. een vierkante decolleté en de man droeg een braguette een verstevigd kruisstuk.

Een tijd later kwamen er ook schaatsen. Eigenlijk was het meer een beetje hout met ijzerstukje eronder om over het ijs te glijden.

En toen kwam de tijd dat we ijdel begonnen te worden. Vooral de vrouwen. Er werden corsetten uitgevonden. Vrouwen vonden het geweldig, een zo smal mogelijke buik zodat je heupen mooi uitkwamen.

In die zelfde tijd waren veel linten, strikken en kortere mouwen helemaal in. Allemaal dingen om je lichaam zo mooi mogelijk te laten lijken. Een dun bovenlijf, hele wijde heupen door een heel strak corset rondom de taille, blote schouders en decolleté.
En niet alleen de vrouwen droegen corsetten ook de mannen deden mee.

Ook heb je streekgebonden kleding. Typische kleding in een bepaalde streek wat mensen dragen.
Daarnaast heb je ook nog een queue dat laat je achterwerk uitsteken, een extreme corset met een kussentje op de heupen.
En toen kwamen de modehuizen! Omdat de hogere stand wilde zich blijven onderscheiden met de haute couture-huizen het eerst in Parijs in 1858. De mannen in driedelig pak: jasje, vest en broek, een strikje of choker.

Na 1945 was de kleding werkbaar en praktisch. Ze gebruikten stoffen die niet kreukten en corsetten waren absoluut verboden.

En toen kwamen de broeken inde mode. Vrouwen werden beïnvloed door de filmwereld. Vrouwen werden tot 1960 geweigerd in restaurants in een broek.

En dan komen we iets meer in de richting van de tijd van nu: alles werd slank, zo dun mogelijk.
En toen kwam de punk. Hoge hanenkammen, haar in alle kleuren geverfd. Hoe gekker hoe beter!
En natuurlijk niet te vergeten de gothic. Alles zwart en duister. Zwarte kleding, zwart haar, zwarte make-up \, alles zo zwart mogelijk.

De tijd van fantasie figuren en feestjes waar je verkleed komt als een fantasie figuur.

En toen kwamen we aan in de tijd van nu. Vooral de laatste dingen komen nu nog steeds voor. En veel nieuwe dingen komen uit de mode van vroeger.